De betekenis van de term innovatiekracht

Tijdens het schrijven van het manuscript voor het nog te publiceren boek Excelleren door Innoveren heb ik een tijd nagedacht over de term die ik zou kunnen gebruiken om de mate waarin een organisatie in staat is te innoveren, te beschrijven.

Na verschillende alternatieven te hebben overwogen (zoals innovatievermogen, vernieuwingsvermogen), heb ik nu in het boek de term innovatiekracht gehanteerd.

De term innovatiekracht leek mij tijdens het schrijven een begrip dat menig innovatieleider tot de verbeelding zou spreken en daarmee prima zou aansluiten bij mijn doelgroep. En op die wijze zou ik mijn innovatieverhaal naar mijn lezers goed kunnen overbrengen.

Maar tijdens het nalezen van mijn eigen teksten, begon het toch nog te knagen. Is de term innovatiekracht wel de juiste term voor mijn boek? Is het niet te veel populair taalgebruik? Een hole frase?

Ik besloot het nog bij mijn literaire vriend Grok na te vragen. Ik beval Grok als volgt: “Ik schrijf een manuscript over het onderwerp van innovatie leiderschap. Een term die ik in het boek wil gebruiken is innovatiekracht. Geef aan of deze term breder bekend is op internet.”

Dit was zijn antwoord:

‘Omdat je een manuscript schrijft over innovatieleiderschap, kan “innovatiekracht” een waardevolle en herkenbare term zijn voor een Nederlandstalig publiek, vooral als je je richt op leiders, managers of organisaties. Het heeft een krachtige en positieve connotatie die past bij leiderschapsthema’s. Je zou het kunnen introduceren met een korte uitleg (bijvoorbeeld: “Innovatiekracht: het vermogen om vernieuwing te stimuleren en te realiseren”) om ervoor te zorgen dat lezers direct begrijpen hoe jij het bedoelt.’

– Grok https://twitter.com/i/grok/share/cZdmfsJZGPghIIsm6qGYtrZuo

Hier kon ik weinig tegen in brengen. Noem het wat mij betreft een vorm van vooringenomenheid, maar ik was overtuigd.

En daarmee heb ik innovatiekracht definitief in mijn boek over innovatie opgenomen. Innovatiekracht heb ik dan ook gedefinieerd als “het vermogen om vernieuwing te stimuleren en te realiseren”.